Er was eens een Sint Thomas, en er was eens een prins. Ze hadden verder niet veel met elkaar te maken maar zijn samen wel de naamgevers van een land. Een landje. Waarschijnlijk vooral het laatste ontbrekende stukje van je denkbeeldige Afrikaanse landenpuzzel, en waarschijnlijk ook nog zo’n gemeen stukje zonder aha-erlebnis.
Daar moeten we iets aan doen. Als smaragdgroene juwelen rijzen deze vulkanische eilanden op uit de azuurblauwe oceaan. Ze zijn een schitterend schouwspel van dichte bossen met verborgen watervalllen, van aromatische cacaoplantages en van de symfonische zang van zeldzame vogels. Een aflevering als een ansichtkaart.
Oppervlakte: 964 km2.
Ongeveer net zo groot als: Faeröer.
Aantal inwoners: Ruim 200.000.
Hoofdstad: Sao Tomé (op het gelijknamige eiland).
Andere steden: Santo Antionio (op Principe).
Valuta: Dobra.
Religie: 4 op de 5 is christelijk.
Taal: Portugees.
Meest voorkomende achternamen: Fernandes, Dos Santos, Soares, Afonso, Quaresma, Da Costa.
Vlag: Drie horizontale banen: groen, geel, groen. Links staat een rode driehoek en in gele middelste baan staan twee zwarte sterren.