De aarde van de Centraal-Aziatische is er om bereden te worden. Galopperende paarden met jochies en jagers. Of stapvoets, met yurts op hun rug. Eeuwenlang waren het kamelen, in lange karavanen die voorzagen in delicate goedjes als mirre en zijde.
Hoe recenter, hoe zichtbaarder de voetafdrukken. Of inmiddels, voertuigafdrukken. Sovjet-tanks moesten de regio binnenboord houden en allerhande ruimtevaartschepen werden in stelling gebracht op het platte niemandsland. Tegenwoordig trilt de aarde van langsrazende anonieme rechthoeken, over spoor of over asfalt. Input naar het oosten, output naar het westen.
Die nieuwe flitsende oortjes waarmee jij hopelijk over anderhalf uur nog luistert, bevonden zich anderhalve maand geleden nog onder de Kazachse sterrenhemel. Wat doet dit met de regio? Wie is er eigenlijk de baas? Maar bovenal, waarom is dit zo’n ontzettend fascinerende regio en wat moet je vooral NIET eten? Aan wie anders kunnen we dit beter vragen dan aan Jelle Brandt Corstius en Ruben Terlou.