Op 20 mei 2002 verliet Oost-Timor gehavend het nest der rafelrandjes en vestigde zich als etymologische matroesjka tussen de onafhankelijke landen. Onderneem je zo’n stap, dan moet je wel wat unique selling points hebben om zichtbaar te zijn tussen alle reuzen waarmee je je omringt. En wij verklappen alvast, die hebben ze wel in Oost-Timor. Soms met veel trots, soms met tegenzin.
Hoe het ze sindsdien vergaat? Laten we zeggen, met vallen en opstaan. Maar in deze oogverblindend mooie hoek van de wereld zijn wij erg blij dat de landkaart naast een paar reuzen ook bestaat uit wat kleintjes. Nog mooie varaantjes hier?
Oppervlakte: Een derde van Nederland.
Ongeveer net zo groot als: Montenegro.
Aantal inwoners: 1,5 miljoen.
Hoofdstad: Dili.
Andere steden: zijn er niet echt.
Valuta: Muntjes: de centavo. Briefjes: de Amerikaanse dollar.
Religie: Héél katholiek.
Taal: Portugees en Tetun.
Meest voorkomende achternamen: Soares, Guterres, Pereira, da Costa, Jimenes.
Vlag: Rode vlag, met links een gele driehoek, met daarin een zwarte driehoek, met daarop een witte ster.